Op de werkvloer, waar to-do-lijsten eindeloos lijken en de mailboxen nooit leeg zijn, kreeg Sophie, een toegewijde medewerker, te maken met burn-out. Haar energie raakte op, motivatie verdween, en simpelweg opstaan werd een zware opgave. De leidinggevende, Mark, zat met de handen in het haar. Het was niet de eerste keer dat een werknemer in zijn team uitviel door burn-out, maar toch bleef het probleem terugkomen.
Hoe kon het dat Mark, een ervaren manager, nog steeds onvoldoende wist over burn-out? Het antwoord ligt in de gebrekkige informatievoorziening en focus binnen veel Nederlandse bedrijven. De aandacht gaat vaak uit naar de “Wet verbetering poortwachter”, die werkgevers en werknemers verplicht om bepaalde stappen te volgen bij ziekteverzuim. Deze wet, hoewel nuttig, legt de nadruk op formele verplichtingen in plaats van op het echte welzijn van de werknemer. Er is te weinig oog voor maatwerk en de specifieke behoeften van de zieke medewerker.
Het ontbreekt vaak aan diepgaande scholing voor leidinggevenden over het herkennen en voorkomen van burn-out. De druk om snel te re-integreren neemt de overhand, terwijl duurzame oplossingen, zoals het ontwikkelen van aanpassingen gebaseerd op de persoonlijke beperkingen van de medewerker, achterblijven. In de praktijk wordt oppervlakkig gekeken naar herstel en herintreding, zonder aandacht voor de onderliggende oorzaken of een lange-termijn aanpak.
Waarom zorgen we niet voor beter toegankelijke informatie en training? Omdat veel organisaties pas reageren als het probleem al speelt. Preventie wordt gezien als een kostenpost, terwijl het juist een investering is in een gezondere werkvloer. Nederland zou verder kunnen komen door te investeren in workshops en training voor managers, en door open gesprekken over psychische gezondheid te normaliseren. Dat vraagt om een cultuuromslag die het welzijn van de werknemer boven formaliteiten stelt.
Wil jij meer weten over een burn-out, het herstel verloop of het voorkomen ervan?
Neem dan contact met me op.